Anno 1904: Het Baarhuisje
Locatie: Begraafplaatsje Ringdijk 43
Het dorp Schiebroek
Vanaf het einde van de 19e eeuw veranderden Hillegersberg en Schiebroek van plattelandsdorpen in forensengemeenten van het al maar uitdijende Rotterdam. Het aantal inwoners in Schiebroek groeide explosief van slechts 400 inwoners in 1880 tot ruim 8.000 inwoners in 1941. Om al deze mensen te kunnen huisvesten, werd in eerste instantie in en rond het bestaande dorp gebouwd, waarbij het landschap met de bestaande sloten- en wegenstructuur als uitgangspunt werd genomen. Vanaf circa 1920 werd ook de polder bebouwd. In afwijking tot eerdere perioden wordt er dan gewerkt op basis van ontworpen stedenbouwkundige plannen.
Schiebroek
Het dorpje Schiebroek was sinds 1817 een kleine zelfstandige gemeente met weinig inwoners. Gedurende het grootste deel van het bestaan van Schiebroek werd de burgemeester gedeeld Hillegersberg of Overschie. Er was dan ook geen raadhuis, maar de burgemeester resideerde tot 1930 in een eenvoudige woning aan de Kleiweg. Die woning werd gedeeld met de hoofdonderwijzer. In een pand ernaast vergaderde de gemeenteraad en waren de gemeentebedrijven gevestigd. Het dorpje had ook geen eigen kerk. De meeste Schiebroekenaren kerkten in Overschie. Naast de summiere bebouwing aan de Kleiweg stonden er boerderijen aan de Achterweg (nu Erasmussingel), de Ringdijk en Hoge Limiet.
De begraafplaats
De gemeente Schiebroek heeft in 1873 een overeenkomst gesloten met de gemeente Overschie, waarin was vastgelegd dat Schiebroek tot en met 31 december 1902 haar doden mocht begraven op een deel van de begraafplaats van Overschie. In 1902 laat Overschie weten de overeenkomst niet te verlengen omdat zij de ruimte zelf nodig heeft. Ook Hillegersberg wil het verzoek een gedeelte van haar begraafplaats te gebruiken niet honoreren. Dus wordt besloten een eigen begraafplaats te stichten. Uit vier aanbiedingen wordt besloten een stuk land te kopen van de weduwe Nicolaas voor de prijs van twee gulden de vierkante meter, met een vrij graf voor de weduwe. Het werk wordt gegund en medio 1904 is de dodenakker gereed. Er wordt begraven tot 1956. In totaal zijn er 190 mensen begraven, waarvan de helft kinderen.
Expansie
Met het gereedkomen van de Hofpleinspoorlijn krijgt Schiebroek In 1908 een eigen station en daarmee wordt Schiebroek een gemakkelijk te bereiken woongebied voor naar woonruimte zoekende Rotterdammers. In het oude dorp (nu de Edelstenenbuurt) wordt gebouwd aan straten tussen de Kleiweg en de polder. Omstreeks 1930 is de hele buurt volgebouwd. Met het gereedkomen van een nieuw raadhuis aan de Ringdijk in 1930 verloor de oude dorpskern aan de Kleiweg haar centrumfunctie. Het nieuwe Schiebroek wordt gebouwd in de Schiebroekse polder: een moderne ‘tuinstad’ met gebruikmaking van de oude molentochten als groene singels. Aan de noordzijde van de wijk wordt een nieuwe begraafplaats gepland, maar deze wordt niet gerealiseerd. Als gevolg van de annexatie in 1941 wordt voortaan gebruik gemaakt van de begraafplaats in Crooswijk.