• Het oude Raadhuis: Ambachtsheerlijkheid Hillegersberg; schout en schepenen

Anno 1752: Het oude Ambachts- of Gerechthuys

Locatie: Het Ambachtshuys, Kerkstraat 10

Het dorp Hillegersberg

De late middeleeuwen
Algemeen wordt aangenomen dat het ontstaan en de ontwikkeling van het dorpje Hillegersberg rond het jaar 1000 is begonnen met de vestiging van een kasteel met een bijbehorende kapel of kerkje op de donk. Het kerkje was gewijd aan St. Willebrordus. Omstreeks 1250 is het oorspronkelijke houten kerkje vervangen door een stenen parochiekerk.
In de middeleeuwen ontstond een woongemeenschap rond het kasteel en de kerk op de heuvel, waarbij de belangrijkste huizen aan de Kerkstraat stonden. De heuvel bood bescherming tegen het op gezette tijden oprukkende water. Het dorpje telde rond 1400 een honderdtal eenvoudige houten huizen met rieten daken.

 Kerk en het Slot ten Berghe, ca. 1400
Kerk en het Slot ten Berghe, ca. 1400

Willem van Hildegaersberch
De in Hillegersberg geboren Willem van Hildegaersberch (ca. 1350 - 1408) was een beroemde middeleeuwse spreker en dichter. Hij geldt als een bekende middeleeuwse minstreel, die rond 1400 regelmatig optrad aan het hof van Graaf Willem VI te Den Haag. Willem van Hillegaersberch was zelf niet van adellijke afkomst (er heeft nooit een adellijk geslacht “Van Hillegersberg” bestaan) en hij heeft evenmin een opleiding tot geestelijke genoten. In feite was hij dus een gewone Hillegersbergse dorpsjongen.

Kerk en ruïne, 1671.
Kerk en ruïne, 1671.

Hoeken en Kabeljauwen
Vanaf 1350 tot ongeveer 1500 is het graafschap Holland verdeeld tussen Hoeken en Kabeljauwen. De langdurige ruzie draait in eerste instantie om de opvolging van Graaf Willem IV, die kinderloos sterft. De ene partij noemt zich al snel Kabeljauwen, naar het wapen van Beieren dat op schubben lijkt. Als reactie noemt de andere partij zich Hoeken, oftewel haken, waarmee je een kabeljauw kunt vangen. In 1417 komen de kampen weer tegenover elkaar te staan. Ditmaal om de opvolging van Graaf Willem VI. Jacoba van Beieren en haar oom Jan IV van Beieren vinden allebei dat zij recht hebben op het graafschap van Holland. De Hoeken sluiten zich aan bij Jacoba en de Kabeljauwen bij Jan. Jacoba krijgt hulp van Willem Nagel, baljuw van Kennemerland en krijgsoverste van de Hoeken. Willem laat een spoor van vernielingen achter. Het Slot Bulgersteijn, het Hof van Weena en Kasteel Honingen worden met de grond gelijk gemaakt. In 1426 worden het Kasteel Hillegersberg en de Hillegondakerk geplunderd en in brand gestoken, waarna alleen de kerk werd hersteld. De ruïne van het kasteel staat nog altijd op het kerkhof.

Het Ambachts- of Rechthuys
In de Ambachtsheerlijkheid Hillegersberg werd het gezag uitgevoerd door een schout, die daartoe door de landheer was benoemd. De schout was openbare aanklager, sprak recht bij eenvoudige zaken en vervulde bestuurstaken. Hij werd daarbij bijgestaan door schepenen, die uit de plaatselijke bevolking werden benoemd voor een periode van één of twee jaar. De rol van schout en schepenen is te vergelijken met het huidige gemeentebestuur met een college van burgemeester en wethouders.
Tot 1600 had Hillegersberg geen Ambachts- of Rechthuis. Hiervoor werd de kerk gebruikt, maar daar kwamen zoveel mensen op af dat er sprake was van overlast. Daarom werd in 1599 besloten dat er een rechthuis moest komen om ‘met meerder respect en betere orde’ bestuurs- en rechtszaken af te handelen. In 1752 was dit rechthuis aan de Kerkstraat echter zo bouwvallig geworden dat men besloot het te slopen en te vervangen door een nieuw gebouw, dat tot 1921 als raadhuis van Hillegersberg in gebruik is geweest.

contentmap_plugin